Wat hebben gemeenten nodig om samen te werken met huisartsen?
Wijs een aanjager aan
Veel gemeenten zijn overtuigd van het belang om samen te werken met huisartsen. Gemeenten spelen een belangrijke rol door verbindingen te leggen, onder andere tussen huisartsen en de schuldhulpverlening. Het op gang brengen van dit proces is vaak lastig. Een aanjager kan hierbij helpen. Deze kan bijvoorbeeld de eerste (verkennende) gesprekken organiseren tussen de lokale huisartsen(organisaties) en de gemeente. Organisaties die de rol van aanjager op zich kunnen nemen, zijn onder andere de Regionale Ondersteuningsstructuren (ROS’en) en vrijwilligersorganisaties binnen de gemeente.
ROS
In totaal zijn er 13 ROS’en, verdeeld over Nederland. Hun maatschappelijke opdracht is om de eerstelijnszorg in de wijk te versterken. De ondersteuning vanuit de ROS’en is ook gericht op samenwerking met partijen buiten de eerstelijnszorg, waaronder het sociaal domein. Een voorbeeld van hoe dit er in de praktijk uit kan zien, is de aanpak van ROS Robuust in de gemeente Meierijstad.
ROS Robuust heeft in de gemeente Meijerijstad een startbijeenkomst georganiseerd met een aantal huisartsenpraktijken en welzijnspartijen over de invoering van Welzijn op Recept. Daarna heeft de ROS verschillende huisartsenpraktijken bezocht om na te gaan wat zij nodig hebben. Vervolgens zijn er werk- en procesafspraken gemaakt tussen de huisartsenpraktijken en welzijnspartijen.
Vrijwilligersorganisaties
In Nederland is een groot netwerk van vrijwilligersorganisaties die laagdrempelige, gelijkwaardige en gratis hulp aanbieden om mensen met geldzorgen weer financieel zelfredzaam te maken. Zij kunnen zorgverleners, onder wie huisartsen, ondersteunen. Na een verwijzing kunnen zij passende hulp bieden. Een voorbeeld is de pilot van SchuldHulpMaatje in de gemeente Leiden.
SchuldHulpMaatje heeft samen met Stichting Voor Elkaar Leiden en zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid een stap gezet in het signaleren en aanpakken van financiële zorgen bij cliënten en patiënten. Doel van de pilot was om mensen met geldzorgen eerder en sneller te bereiken en hierdoor zowel hun psychische als lichamelijke gezondheid te verbeteren.
SchuldHulpMaatje betrok hierbij de ketenpartners in de zorg- en welzijnssector, waaronder huisartsen, als vindplaats voor mensen met (potentiële) schulden of geldzorgen. In co-creatie met deze partners is een laagdrempelige manier ontwikkeld voor het warm doorverwijzen naar SchuldHulpMaatje. De aanjager legde de aanpak uit aan de huisartsen via een korte pitch, op een moment dat het de huisartsen uitkwam.
De pilot heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal deelnemers aan het inloopspreekuur van SchuldHulpMaatje,
Ontwikkel beleid en stem dit af met huisartsen
Door samen een beleidsplan te ontwikkelen kun je de samenwerking tussen huisartsen en schuldhulpverlening vormgeven. Als gemeente kun je een aanjager inschakelen om hierin de eerste stappen te zetten, maar je kunt het ook zelf oppakken.
Zoek contact met de huisartsen en/of de lokale of regionale huisartsenorganisatie (die huisartsen ondersteunen en hun belangen behartigen). Bespreek welke rol de gemeente kan spelen als een patiënt niet-medische klachten heeft. Verken met elkaar waar kansen en wensen voor samenwerking liggen en welke obstakels moeten worden weggenomen om die te realiseren.
Stap 2: gezamenlijke doelen formuleren
De tweede stap is om, samen met de huisartsen(organisatie), te bespreken welke gezamenlijke doelen met de samenwerking worden nagestreefd. Kijk daarbij ook welke samenwerkingsvormen of programma’s er al zijn waar mogelijk op aangesloten kan worden.
Stap 3: de aanpak voor een eenvoudige verwijsprocedure en warme overdracht uitwerken
De derde stap is om uit te werken hoe de huisartsenzorg verwijst. Een warme overdracht is hier een belangrijk onderdeel van. Verder is het voor huisartsen belangrijk dat zij een terugkoppeling krijgen over de ondersteuning die de patiënt krijgt.
De vierde stap richt zich op de monitoring van de samenwerking. Zorg dat je als gemeente regelmatig overleg hebt met de huisartsen(organisatie). Zo kunnen tijdig eventuele onduidelijkheden worden weggenomen. Ook leidt het tot een beter begrip voor elkaar en tot een betere relatie. Daarnaast kun je gezamenlijk nagaan wat de samenwerking oplevert zodat je, als dat nodig is, kunt bijsturen.
Als gemeente werk je in het kader van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA) op regionaal niveau samen aan een integraal lokaal en regionaal gezondheids- en preventiebeleid. Je hebt een regioplan opgesteld. Daarin staan onder andere een aantal ketenaanpakken waarin wordt samengewerkt tussen het zorgdomein en het sociaal domein. Aangezien het regioplan een plan op hoofdlijnen is, betekent dit dat het nog verder uitgewerkt moet worden. Voorbeelden hiervan zijn Twentse Koers en Fries Financieel Fundament dat onderdeel uitmaakt van de Friese Preventie Aanpak.
Twentse Koers is een strategische samenwerking tussen de veertien Twentse gemeenten, zorgverzekeraar en zorgkantoor Menzis, GGD Twente en provincie Overijssel. Hun doel is om de kwaliteit van leven, de zelfredzaamheid en het welzijn van inwoners te vergroten. Hierbij zijn veel andere partijen in de regio betrokken, zoals zorgaanbieders, welzijnsstichtingen, huisartsen, inwonersinitiatieven en schuldhulpverleningsorganisaties. Eén van de thema’s binnen deze samenwerking is bestaanszekerheid. Binnen dit thema wordt onder andere gewerkt aan het vroegtijdig signaleren van beginnende geldzorgen en schulden en deze aan te pakken.
Aan iedere huisartsenpraktijk is een medewerker van het sociaal domein gekoppeld. Zo worden inwoners die bij de huisarts komen voor (achterliggende) sociaal-maatschappelijke vraagstukken sneller toegeleid naar passende ondersteuning of begeleiding.
De ambitie van het Fries Financieel Fundament (FFF) is het bevorderen van integraal samenwerken op het thema financiële gezondheid. Samen met acht partners heeft FFF een netwerk opgezet met provinciebrede activiteiten rondom bestaanszekerheid. De bedoeling is om alle Friese gemeenten aan te laten sluiten op de ontwikkelde netwerkstructuur, om zo mensen die bovenlokaal ‘gevonden’ worden op efficiënte wijze naar goede hulp toe te leiden in de eigen gemeente.
Ook de ROS kan een rol spelen bij het ontwikkelen van een aanpak om eerstelijnszorg en sociaal domein meer met elkaar te verbinden. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in Flevoland en Noord-Brabant.
ROS ELAA werkt samen met meer dan 20 andere partijen samen in de netwerkorganisatie Flevoland Gezond & Wel. Het doel is een betere gezondheid van alle Flevolandse inwoners en gezondheidsproblemen zoveel mogelijk voorkomen. Om dat te bereiken richt de organisatie zich op het versterken van de samenwerking tussen het medisch en het sociaal domein.
Flevoland Gezond & Wel kent verschillende themagroepen. Een daarvan is Welzijn op Recept. ELAA heeft voor deze themagroep een verkenning gedaan naar factoren die het gebruik van Welzijn op Recept bevorderen of belemmeren. Het heeft daarvoor een enquête uitgezet onder huisartsen en gesprekken gevoerd met welzijnsorganisaties en met de gemeenten. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een toolkit met informatie en praktische tips voor professionals werkzaam bij gemeenten en welzijnsorganisaties en huisartsen die aan de slag willen met Welzijn op Recept.
In de wijk Ruwaard in Oss bestaat een hecht netwerk van inwoners, professionals, vrijwilligers, ervaringswerkers en ervaringsdeskundigen. De huisartsenpraktijken die meedoen helpen hun patiënten met financiële problematiek op twee manieren:
Ze bieden patiënten de mogelijkheid te praten met een sociaal werker van het sociaal team. De sociaal werker is aanwezig bij het gesprek tussen de huisarts en de patiënt.
De huisarts legt direct contact met het sociaal wijkteam. Het wijkteam bekijkt de casus en zorgt dat de juiste mensen, bijvoorbeeld medewerkers van Werk & Inkomen, schuldhulpverlening, een wijkverpleegkundige of een Wmo-consulent aan tafel komen om antwoord te kunnen geven op de vragen van de patiënt. Hiermee wordt veelvuldig doorverwijzen voorkomen.
Er is een multidisciplinair overleg: elke twee weken komen professionals, vrijwilligers en ervaringswerkers bij elkaar om de knelpunten in de wijk te bespreken. Mensen die hulp nodig hebben krijgen een ontmoeting met ervaringswerkers. Daardoor wordt de drempel tot hulpverlening lager.
Binnen de Proeftuin Deurne werken 22 organisaties aan de doorontwikkeling van een gezamenlijke werkwijze . In deze werkwijze staat de inwoner centraal. Wat hebben inwoners (gezamenlijk of individueel nodig? Dat vormt het vertrekpunt bij het zoeken naar een oplossing. Organisaties werken aan een bredere en intensievere samenwerking. Het doel is nu om de werkwijze en de bijbehorende gedragsverandering te verbreden naar de eerstelijnszorg, met name de huisartsen, en deze te borgen in de organisaties. Daarnaast is het streven om de aanpak te integreren in de Koersagenda: de opgave in het sociaal domein van de vijf gemeenten in de Peel. ROS Robuust begeleidt dit proces vanuit de veranderaanpak Anders denken, doen en organiseren.
Besteed blijvend aandacht aan het vakmanschap van schuldhulpverleners
Het is belangrijk om bij schuldhulpverleners blijvend aandacht te besteden aan stress-sensitief werken. De schuldhulpverlener heeft een grote rol bij het aanpakken van iemands schulden. Daarbij gaat het niet alleen om het schuldregelen zelf. De schuldhulpverlener moet ook over soft-skills beschikken, met name op het gebied van begeleiding en stress-sensitief werken. Mensen met problematische schulden ervaren vaak veel stress. Dat kan gevolgen hebben voor hun doenvermogen. Tijdens het traject is het belangrijk dat schulddienstverleners daar rekening mee houden. Zij kunnen hun werk dan beter uitvoeren.