Wat hebben huisartsen nodig om patiënten door te verwijzen naar het sociaal domein?
Tijd voor een uitgebreider consult
Bij een patiënt met geldzorgen is tijd nodig om:
Breder uit te vragen wat er speelt bij de patiënt;
Uit te leggen hoe financiële stress kan leiden tot fysieke klachten;
De patiënt ervan te overtuigen dat medicijnen niet helpen en dat schuldhulpverlening nodig is om van de klacht af te komen.
Zolang de patient daarvan niet overtuigd is, heeft het doorverwijzen weinig zin.
Zo'n gesprek kost meer dan 10 minuten. Een uitgebreider consult kan gefinancierd worden via Meer Tijd Voor de Patiënt uit het Integraal Zorgakkoord (IZA). Veel huisartsen maken daar al gebruik van. Naast de huisarts zelf kan ook de POH (GGZ) dit uitgebreidere gesprek voeren met de patiënt.
Kennis over het signaleren en bespreekbaar maken van geldzorgen
Ondanks de vertrouwensband met de huisarts geven veel patienten niet snel uit zichzelf aan dat zij financiële problemen hebben. Schaamte speelt hierbij een rol.
Dit vraagt van huisartsen dat zij signaleren dat er mogelijk niet-medische problemen spelen en dat zij dit bespreekbaar maken. De Hogeschool Utrecht heeft hiervoor onder andere een gecertificeerde e-learning ontwikkeld.
Er bestaan verschillende methoden om met de patiënt het gesprek aan te gaan. Hierbij kijk je verder dan de aandoening waarvoor zij langskomen.
In deze e-learning leren huisartsen en praktijkondersteuners meer over het verband tussen schulden en gezondheid, het signaleren van schulden, het bespreken van schulden met de patiënt en het doorverwijzen naar hulp bij schulden. Aan de hand van video’s, oefeningen, theorie en factsheets kunnen medewerkers van de huisartsenpraktijk op een interactieve manier hun kennis over schulden en gezondheid vergroten en toetsen. De e-learning duurt tussen de 45 en 60 minuten en kun je in delen doorlopen. Hij is geaccrediteerd voor 1 PE-punt door de verschillende beroepsverenigingen van huisartsen en praktijkondersteuners.
Positieve gezondheid
Bij Positieve gezondheid wordt gezondheid uitgedrukt aan de hand van 6 dimensies. Dit ‘spinnenweb’ is een interactief instrument dat zorgverleners en patiënten samen kunnen invullen. Het biedt een basis om met patiënten in gesprek te gaan over verschillende aspecten van hun gezondheid. En ontstaat ruimte om geldzorgen bespreekbaar te maken en de stap te zetten om hulp te vragen.
4D-model
Het 4D-model gaat uit van een integrale aanpak: breed kijken naar de problemen van een patiënt. In dit gesprek gaat het niet alleen over gezondheid, maar ook over andere aspecten van het leven. Er wordt gekeken naar vier domeinen: lichaam, maatschappelijk, sociaal en geest.
Afspraken over warm verwijzen
Na het gesprek met de patiënt is het belangrijk om de patiënt warm door te verwijzen naar schuldhulpverlening. Mensen met financiële problemen hebben vaak last van schaamte. Door de stress neemt ook hun doenvermogen af. Wanneer de huisarts alleen de naam en het adres van een instantie geeft waar ze verder geholpen kunnen worden, is de kans groot dat zij afhaken.
Wat houdt een warme doorverwijzing in?
De huisarts zorgt ervoor dat de patiënt in contact komt met een partij die de sociale kaart van de gemeente kent óf met een partij die direct ondersteuning kan bieden bij de financiële problemen.
De huisarts belt of mailt de andere partij, met toestemming van de patiënt. De huisarts vraagt of de partij contact wil opnemen met de patiënt en wil terugkoppelen of de patiënt langs is geweest en de financiële problemen zijn opgepakt. Doorverwijzen kan ook via een online portaal zoals ZorgDomein. Het merendeel van de huisartsen maakt al gebruik van ZorgDomein om patiënten door te verwijzen binnen de medische wereld.
Hoe geef je het warm doorverwijzen in de praktijk vorm?
Dat gebeurt altijd in afstemming met de gemeente. Er zijn grofweg twee opties:
De huisarts verwijst warm door naar een andere partij die in de praktijk zit. Enkele voorbeelden:
In alle huisartsenpraktijken in de gemeente Losser zijn consulenten Jeugd en Wmo aanwezig om patiënten met niet-medische problemen te ondersteunen. De consulenten zitten een dag(deel) per week in de huisartsenpraktijk. De huisarts wijst de patiënt door. De consulenten hebben meer tijd om een compleet beeld te krijgen van de patiënt; ze stellen vragen over alle levensdomeinen. Zo komt ook naar boven of zij financiële problemen ervaren. Omdat de consulenten Jeugd en Wmo nauw samenwerken met de inkomensconsulenten bij de gemeente kunnen ze snel bepalen welke ondersteuning nodig is en met welke prioriteit.
De huisartsen van Lijn 2, een gezondheidscentrum in Rotterdam, verwijzen bij een vermoeden van financiële problematiek direct door naar de consulent geldzorgen. Deze hebben zij ‘praktijkondersteuner financiën’ genoemd. De consulent houdt ook kantoor in het gezondheidscentrum. Wat volgt is een vrijblijvend gesprek in het gezondheidscentrum of bij de mensen thuis.
De huisarts verwijst warm door naar een vaste contactpersoon buiten de praktijk. Enkele voorbeelden:
Bij Waar is Wally? neemt de huisarts contact op met een vaste contactpersoon, de Wally, als er bij een patiënt niet-medische zaken spelen die van invloed zijn op zijn gezondheid. Deze contactpersoon, vaak een sociaal werker, is bekend met de sociale kaart van de gemeente. De Wally neemt vervolgens contact op met de patiënt. Wanneer dit gebeurd is, koppelt de Wally dit terug aan de huisarts.
De Wally gaat met de inwoner in gesprek. Wat heb je nodig? Wat kan of doe je al zelf? Is er al andere hulp? De Wally maakt een afweging: wat doe ik zelf en waarvoor verwijs ik door naar collega’s of andere organisaties? De Wally legt deze contacten zelf voor de inwoner en zorgt op die manier voor een warme overdracht. De Wally is niet iemand die lang contact houdt met de inwoner: de Wally legt verbindingen en laat weer los. Een huisartsenpraktijk heeft een vaste Wally. Huisarts en Wally overleggen laagdrempelig en periodiek over problematiek die ze in hun praktijk of wijk tegenkomen.
De gemeente Deventer is hier als eerste mee gestart, inmiddels werken ook andere gemeenten in de regio met een Wally.
Welzijn op Recept is een werkwijze om mensen met psychosociale klachten te helpen. Hierbij werken huisartsen, eerstelijns zorgverleners, welzijn en het sociaal domein samen. Flevoland Gezond & Wel heeft een toolkit Welzijn op Recept uitgebracht. Deze toolkit is voor alle professionals van gemeenten, welzijnsorganisaties en huisartsenorganisaties die zelf ook aan de slag willen gaan met Welzijn op Recept.
Krachtige Basiszorg is een integrale aanpak gericht op bewoners met hoge gezondheidsrisico’s en problemen op meerdere leefgebieden. Vermoedt de huisarts complexe problematiek bij een patiënt, dan voert deze een gesprek op basis van het 4D-model. Dit gesprek gaat over de domeinen lichamelijk, maatschappelijk, geestelijk en sociaal. Daardoor komen vaak allerlei oorzaken voor (niet-medische) klachten ter sprake, ook financiële problemen.
De huisarts krijgt hierdoor beter zicht op de problematiek van de patiënt. Het wordt duidelijker welke zorg de patiënt nodig heeft. Vaak is het de POH’er die vervolgens contact zoekt met een passende hulpverlenende instantie, bijvoorbeeld maatschappelijk werk of schuldhulpverlening. De huisartsenpraktijken werken intensief samen met andere zorg- of hulpverleners uit de wijk. Door elkaar geregeld te ontmoeten ontstaan korte lijnen.
Deze methode wordt gebruikt door huisartsenpraktijken in achterstandswijken in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam.
De huisartsen van Blauwe Zorg in Maastricht hebben één of twee vaste contactpersonen gekregen binnen het sociaal team van de gemeente. Naar deze contactpersonen kunnen ze patiënten doorverwijzen bij wie meer speelt dan lichamelijke en psychische klachten. De huisarts vraagt aan de patiënt of deze het goed vindt als iemand van het sociaal team binnen een paar dagen telefonisch contact opneemt. De patiënt mag ook zelf contact opnemen.
Het sociaal team gaat na, aan de hand van de gespreksmethodiek positieve gezondheid, wat de vraag van de inwoner is, welke behoefte er is en welke ondersteuning daarbij noodzakelijk is. Het sociaal team koppelt terug aan de huisarts. De praktijk en het sociaal team maken samen afspraken over hoe de verwijzingen kunnen worden gedaan en hoe vaak er onderling overleg plaatsvindt.
Als een huisarts in de gemeente Westerwolde constateert dat er bij een patiënt niet-medische zaken spelen die van invloed zijn op zijn gezondheid, neemt deze contact op met de dorpsondersteuner. De dorpsondersteuner gaat naar aanleiding van de vraag van de huisarts op huisbezoek bij de inwoner. De dorpsondersteuner krijgt zo een goed beeld van de vraag en van de thuissituatie.
De dorpsondersteuner bekijkt bij Wedde dat 't lukt samen met de inwoner welke hulp en ondersteuning wordt ingezet. Dit kan gaan om informele (met vrijwilligers en/of mantelzorgers) of professionele hulp en ondersteuning. Of, zoals vaak gebeurt, een combinatie van beide. Een belangrijke taak van de dorpsondersteuner is het monitoren: wordt de aangeboden hulp daadwerkelijk ingezet en wordt deze naar tevredenheid uitgevoerd?
Het volgen van een korte cursus is vaak niet voldoende.
Wat kan helpen om dit onderwerp structureel in te bedden in de huisartsenpraktijk?
Agendeer het onderwerp regelmatig in het werkoverleg binnen de huisartsenpraktijk;
Stel het aan de orde bij casusbesprekingen;
Organiseer intervisiebijeenkomsten waarbij casussen worden besproken.
Voer periodiek overleg met de gemeente.
Het voornaamste doel van het overleg met de gemeente is niet het bespreken van casussen, maar om op overkoepelend niveau na te gaan of de samenwerking goed loopt of dat aanpassingen nodig zijn. Het kan ook eventuele onduidelijkheden wegnemen en leiden tot een beter begrip voor elkaar en zo tot een betere verstandhouding. Een periodiek overleg hoeft niet veel tijd te kosten. Bij Waar is Wally gebeurt het eens in het kwartaal.
Voorbeeld van huisartsen die regelmatig overleg hebben met de gemeente:
In PlusPraktijken werken (vaak grotere) huisartsenpraktijken regionaal met elkaar samen aan innovatieve én toekomstbestendige huisartsenzorg. Ze werken onder andere via het concept Positieve gezondheid. De huisarts is de regisseur van de zorg in de wijk en fungeert als spil tussen zorgdomein en sociaal domein.