Toezicht op aanpak geweld in huiselijke kring
Kindermishandeling, huiselijk geweld en ouderenmishandeling: geweld in huiselijke kring is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland. Professionals in veel verschillende sectoren hebben hiermee te maken. Denk aan zorg, onderwijs, schuldhulp, politie en veiligheid. Omdat het zoveel sectoren aangaat starten de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein in 2024 een gezamenlijk toezicht. Dit maken zij bekend in de Week tegen kindermishandeling 2023.
Geweld in huiselijke kring lijkt een probleem dat moeilijk te doorbreken is. Vaak wordt geweld van generatie op generatie overgedragen. Bijna twee derde van de slachtoffers wordt later opnieuw slachtoffer van dezelfde of een andere vorm van geweld. Een grote meerderheid van de plegers heeft een geschiedenis als slachtoffer van geweld in huiselijke kring.
Voorkomen, signaleren en stoppen
Waar het om gaat is deze vormen van geweld voorkomen, tijdig signaleren en stoppen. De vraag is: wat kunnen deze sectoren hierin samen doen? Omdat het probleem met zoveel samenhangt pakken de inspecties het gezamenlijk aan. We betrekken zorg, onderwijs, schuldhulp, politie en veiligheid.
Regionale aanpak
Gemeenten hebben een regiovisie gemaakt met hun aanpak van geweld in huiselijke kring. Dit is gedaan als onderdeel van het landelijke actieprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’. In 2024 maken de inspecties een analyse van de regionale aanpakken in verschillende regio’s. We bekijken waar nog mogelijkheden liggen voor verbetering. Dit doen we op basis van data en gesprekken met slachtoffers en plegers van geweld.
We bespreken deze uitkomsten tijdens regiobijeenkomsten met betrokken organisaties zoals zorg, onderwijs, schuldhulp en politie. Met elkaar zetten we stappen voor verbetering in de toekomst. Zodat geweld tijdig gesignaleerd, voorkomen of gestopt kan worden. En slachtoffers en plegers passende zorg en ondersteuning krijgen.
Tot slot bieden we aanvullende scholing aan voor inspecteurs op dit onderwerp. Doel daarvan is dat zij dit in het reguliere toezicht kunnen integreren.